Reis naar Kameroen, 31 december 1979 tot begin april 1980


Waarschuwing: aan deze site wordt nog steeds gewerkt!

Wat vooraf ging

Rond de jaarwisseling 1978/1979 zijn Trudy, Brigit en ik (Pieter) op familiebezoek geweest in Kameroen. Vliegend over de Sahara bedachten we dat het toch wel zonde was om deze woestijn zomaar over te slaan. Onze vrienden Ellis en Hay waren in het najaar van 1978 vertrokken met een groep op een vrachtwagen naar Tanzania. Aangestoken door hun verhalen en door de plannen van Wilma en Fried om de Sahara te doorkruisen besluiten wij, Trudy en ik, om hetzelfde te doen. Wilma en Fried blijven een half jaar weg, onze plannen gaan richting drie maanden. In het beperkte circuitje van Afrikagangers ontmoeten we twee reisgenoten, Jaap en May. Zij kiezen voor een Peugeot 504 Familiale, een grote, zware stationwagen, wij nemen net als Wilma en Fried een besteleend: licht, makkelijk te repareren, goedkoop en zuinig met benzine.

31 december 1979

We vertrekken in de middag van 31 december 1979 vanuit Susteren, waar May woont. Het is slecht weer en we slapen die nacht voor het eerst in onze besteleend ergens in de buurt van Namen. De volgende ochtend, nieuwjaarsdag 1980, ontbijten we voor het eerst 'vanuit' onze besteleend. Het is koud en de petroleumbrander, die ook blijkt te werken op diesel, wordt ook gebruikt om de handen te warmen.

We rijden in een paar dagen door het winterse Frankrijk, richting Biarritz om de Pyreneeën te vermijden.

lage zon, kale bomen 's ochtends vroeg

sneeuw meer sneeuw koffiepauze

Twee dagen voor de Kerst heb ik, met het rijbewijs net op zak, de zorgvuldig geprepareerde 2CV-AK400 oftewel de besteleend in Oegstgeest tegen een kleine boom total loss gereden. Alle papieren (verzekeringen, carnet de passage e.d.) waren al lang geregeld dus moest er iets gebeuren. Bij het Eendcentrum Knopper in Utrecht kon ik een andere besteleend kopen. Ik heb de kentekenplaten verwisseld, het chassisnummer van de nieuwe auto met accuzuur onleesbaar gemaakt en het motornummer overgezet...... Allemaal volstrekt illegaal. Als ik betrapt was, zou de auto meteen in beslag zijn genomen. Maar ja, je moet toch wat, niet? Tijdens de eerste paar dagen blijkt dat die 'nieuwe' auto redelijk veel olie verbruikt. In Biarritz blijven we een paar dagen staan om de motor eens goed na te lopen. Het boekje van Piet Olyslager blijkt waardevol. Het olieverbruik krijgen we wel naar beneden maar blijkt de rest van de reis toch wel een bron van aandacht.

Biarritz-1 Biarritz-2 Biarritz-3

Bij Irun passeren we de Spaanse grens en op weg naar Pamplona raken we elkaar kwijt. Het blijkt dat we geen goede afspraken hebben gemaakt voor dit soort situaties. Uiteindelijk vinden we elkaar weer en gaan we ergens lekker eten in een groot, oud restaurant zonder ramen. De volgende dagen blijkt Spanje in de winter prachtig te zijn: veel bergen, sneeuw en zon.

Via Logroño, Madrid, Malaga en Torremolinos (met Nederlandse frietkraam) bereiken we in twee, drie dagen Algeciras. Onderweg zien we niet veel. Ook Jaap en May krijgen problemen met hun 504. Er is iets met de remmen dat ze in Spanje niet kunnen oplossen (ander type) maar wel in Casablanca, Marokko. Deze stad staat niet op ons programma maar we hebben nu geen keuze.

In Algeciras kopen we een kaartje voor de oversteek naar Ceuta, een Spaanse enclave in Noord-Afrika. De boot gaat de volgende dag en we gaan wat eten in een havenkroegje. 's Avonds zoeken we een slaapplaats. Er is geen camping te vinden dus we zetten de eend ergens op het haventerrein: donker, luguber.

De volgende dag blijkt het ook in Zuid-Spanje en Noord-Marokko slecht weer te kunnen zijn. Tijdens de oversteek staat er straffe westenwind die dus haaks op de boot staat. Veel passagiers hebben het er moeilijk mee. Ondanks alles zien we Gibraltar liggen, eigenlijk niet te missen. In de loop van de middag komen we aan in Ceuta en een uurtje later zijn we echt in Marokko. Het sneeuwt en we nemen onze toevlucht tot de parkeerplaats van een hotel dat aan de broer van koning Hassan blijkt te behoren.

Gibraltar vanaf de boot Sneeuw in Noord-Marokko

Via Tetuan reizen we naar Meknes, één van de koningssteden. De oude stad van Meknès is stevig ommuurd en er is van alles te beleven in de Souk: winkeltjes, stalletjes, handwerkslieden etcetera. En natuurlijk ook prachtige voorbeelden van arabische, moorse versieringen.

Daarna rijden we via Casablanca, waar de Peugeot gerepareerd wordt, naar Marrakech.

We vinden een plekje voor onze overnachtingen even buiten de stad in een weing begroeid gebied, waar af en toe de geiten op bezoek komen. Marrakech is echt een fantastische stad met als absoluut hoogtepunt het centrale plein Jemaa al Fna. Daar treden 's middags en 's avonds allerlei soorten artiesten op zoals dansers, zangers, evenwichtskunstenaars, mensen met aapjes en slangenbezweerders. Ook lopen er prachtig uitgedoste waterverkopers rond. En wat natuurlijk ook meehelpt: eindelijk is het echt lekker weer!

Eén van de kenmerkendste gebouwen van de stad is de toren. Vroeger was deze toren helemaal betegeld maar door de eeuwen heen hebben alle tegels losgelaten. De oorspronkelijke toren moet er prachtig uitgezien hebben.

Zowel binnen als buiten de stadsmuren is er van alles te beleven. Ook Marrakech kent een uitgebreide markt (Souk) en buiten de stadsmuren kun je opeens in een Fantasia terecht komen: feestelijkheden bijvoorbeeld naar aanleiding van een huwelijk. Er wordt dan met paarden op en neer gereden, met losse flodders geschoten, geklapt en gezongen. En natuurlijk is men bereid om zoiets ook voor toeristen op te voeren....

Na een paar dagen Marrakech gaan we voor een paar dagen uit elkaar. Trudy en ik gaan de Atlas over, Jaap en May hebben andere plannen. De Atlas heeft een aantal toppen boven de 4000 meter. Onze tocht naar Ouarzazate komt zeker niet zo hoog maar is toch prachtig. Er ligt nog heel veel sneeuw, maar niet op de weg. De dalen zijn opvallend groen en zijn zoveel mogelijk in cultuur gebracht. Op verschillende plaatsen staan jongetjes langs de kant van de weg die ons levende knaagdieren te koop aanbieden.

Aan de ander kant van de Atlas is het echt anders: nog droger, ander soort dorpen en steden, veel minder dicht bewoond. Het begint al echt op 'woestijn' te lijken. We rijden naar het noordoosten, evenwijdig aan de Atlas en de verschillende lagen in de bergen zijn duidelijk zichtbaar. Ter hoogte van Rich gaan we weer terug de Atlas over en ergens bij Rich, op een hoogvlakte, beleven we onze koudste nacht van de reis. De volgende dag is Trudy jarig. Jaap en May hebben mij een verjaardagskadootje voor haar meegegeven: een paarse sjaal van heel fijn katoen.

Die dag rijden we naar Fès, één van de andere koningssteden. We blijven daar een paar dagen. Jaap en May sluiten zich weer bij ons aan. Fès is vooral bekend op zijn leerververijen. Midden in de binnenstad liggen een heleboel putten waarin de schapen- en geitenhuiden geverfd worden. Het ziet er uit als een grote verfdoos. De ververs staan er tot boven hun knieën in: erg ongezond als je het mij vraagt. Eén van de foto's die Trudy daar maakt, haalt het jaar daarna de brochure van de NBBS!